Na de bloedstollende Ronde van Vlaanderen van afgelopen zondag – gewonnen met een typische demonstratie van kracht, snelheid en uithoudingsvermogen door Tadej Pogačar – kijken we uit naar wat wellicht een nog spectaculairdere koers wordt deze zondag: Parijs-Roubaix, ook wel bekend als de Hel van het Noorden.

De afgelopen maanden werd er veel gespeculeerd over de vraag of de Sloveense wereldkampioen dit jaar zou deelnemen, aangezien de koers aanvankelijk niet op zijn programma stond en hij deze in het verleden altijd vermeed. De speculatie bereikte een hoogtepunt nadat hij in februari stiekem werd gespot tijdens een verkenning van het parcours.
Een maand later bevestigde zijn team, UAE Team Emirates–XRG, uiteindelijk dat hij de E3 Saxo Classic zou overslaan ten gunste van Parijs-Roubaix, een koers die – zoals hij zelf toegaf – hem niet echt ligt. De reden: er zijn geen zware beklimmingen, zoals wel het geval is in de Ronde van Vlaanderen. Pogačar is de beste klimmer onder de eendagsrenners, een voordeel dat hij zondag niet zal hebben. Wat Parijs-Roubaix wel heeft, zijn kasseien: 30 sectoren pavé, goed voor 55,3 km van de in totaal 259,2 km lange route van Compiègne naar de Velodroom van Roubaix.
De kasseien zijn genadeloos op de beste dagen – stoffig, oneffen, slopend voor lichaam en fiets – en als het regent, kan het een kleine Armageddon worden. En volgens de laatste weersvoorspelling kunnen we zondag regen en motregen verwachten, dus de renners staat een zware dag te wachten. Hopelijk zit het weer mee.
De belangrijkste kasseistroken, op basis van eerdere edities, zijn de Trouée d’Arenberg (let op plotselinge gaten in het peloton, lekke banden en andere mechanische pech) en Carrefour de l’Arbre, 15 km voor de finish, waar in 2023 de beslissende ontsnapping plaatsvond, toen Wout van Aert (Visma–Lease a Bike) daar lek reed en Mathieu van der Poel wegreed naar zijn eerste van twee opeenvolgende overwinningen in deze iconische koers.
De kopman van Alpecin-Deceuninck is titelverdediger en jaagt op zijn derde opeenvolgende overwinning in deze meest brute van de Monumenten, een prestatie die sinds Francesco Moser (1978–1980) niet meer is geleverd.
Dat zou al motivatie genoeg moeten zijn voor de Nederlander, maar ongetwijfeld wil hij ook zijn nederlaag in de Ronde van Vlaanderen rechtzetten, waar hij als derde eindigde. Enkele dagen na die koers liet hij weten dat hij in de week ervoor met een verkoudheid kampte, antibiotica gebruikte en daardoor niet goed kon trainen.
Tot zijn eer gebruikte hij dat niet als excuus. “Het was duidelijk dat Tadej de sterkste was,” zei hij. Maar het was ook duidelijk dat hij niet op zijn best was, want hij viel samen met andere renners op een vlak, droog stuk wegdek en moest flink doorrijden om weer aan te sluiten bij het peloton. Van der Poel valt bijna nooit, zeker niet op droog asfalt, want hij is een uitmuntende stuurman. Dus mogen we een sterkere versie van hem verwachten dan vorige week – wat toen al indrukwekkend was voor een gewone sterveling, maar niet voor hem.
Zijn stuurkunsten zijn een voordeel ten opzichte van Pogačar, net als zijn ervaring op dit parcours en eerdere successen. Hij weet hoe hij deze kasseien moet rijden. Hij is ook aanzienlijk zwaarder dan de Sloveen, 75 kg tegenover 66 kg volgens de officiële gegevens. Dat is een voordeel op dit terrein. En zoals gezegd: de hellingen zijn onbeduidend vergeleken met de Ronde van Vlaanderen, dus Pogačar zal Van der Poel moeten verslaan met pure snelheid en slimheid.
Het gebrek aan beklimmingen maakt deze koers lastig te voorspellen. Ja, Van der Poel moet op basis van bovenstaande als favoriet worden beschouwd. Anderzijds beschikt Pogačar over een ijzersterk team met onder andere Nils Politt en Florian Vermeersch, die beiden al eens tweede werden in Roubaix. Maar ook Van Aert heeft een sterke ploegmaat in Dylan van Baarle, de winnaar van 2022 – voor Van Aert.
De beste strategie voor Pogačar zou een lange solo zijn, in een tempo dat alleen Van der Poel aankan, en hem dan kloppen in de sprint. Maar op basis van de Ronde van Vlaanderen liet Pogačar zijn rivalen op de hellingen achter en reed solo naar de overwinning. Dat zou ook Van der Poels plan kunnen zijn. Vorig jaar won hij met een solo van 60 km en had aan de streep drie minuten voorsprong. Maar wellicht krijgen ze de koers ditmaal niet voor zich alleen. Hier zijn enkele redenen waarom:
Wout van Aert
Mads Pedersen (Lidl–Trek)
Jonathan Milan (Lidl–Trek)
Filippo Ganna (INEOS Grenadiers)
Tim Merlier (Soudal Quick-Step)
Van Aert werd vierde in de Ronde van Vlaanderen en leek weer dicht bij zijn oude niveau. Als hij geen pech kent, zou hij zomaar de benen kunnen hebben om Pogačar en/of Van der Poel te volgen en ze in de sprint te verslaan. Bovendien is hij waarschijnlijk de frisste van de topfavorieten.
Pedersen is in de vorm van zijn leven, met winst in Gent–Wevelgem en tweede plaatsen in de Ronde van Vlaanderen en de E3 Saxo Classic. Deze koers zou hem eindelijk moeten liggen. ‘Eindelijk’, omdat de Deen al zeven keer deelnam, met een vierde plaats in 2023 en een derde vorig jaar als beste resultaten.
Hij had het zwaar op de hellingen van Vlaanderen, maar daar hoeft hij zich hier geen zorgen over te maken. Maar is hij sterk genoeg om mee te springen als de twee topfavorieten er 60 km voor de finish vandoor gaan? Misschien komen we er zondag achter.
En Ganna dan? Hij werd tweede in Milaan–San Remo, voor Pogačar maar achter Van der Poel. Het ontbreken van klimwerk speelt in zijn voordeel. Zijn beste resultaat in vier deelnames is een zesde plaats in 2023. De Italiaan is een sterke klassiekerrenner gebleken, maar behoort nog niet tot de absolute top. En hij is niet bepaald een man voor de kasseien.
Wat de sprinters Milan en Merlier betreft: als zij erin slagen met de favorieten de laatste kilometer te halen, dan zal ook Jasper Philipsen, ploeggenoot van Van der Poel, erbij zijn – hij werd de afgelopen twee jaar tweede. Maar dit wordt geen sprintervriendelijke koers, want de ploegen van de favorieten zullen er alles aan doen om het tempo hoog te houden en de sprinters te lossen of in ieder geval uit te putten.
Dus, wie wint? Mijn hoofd zegt Van der Poel, mijn hart zegt Van Aert, ik zou mijn geld zetten op Pedersen aan 6 tegen 1, maar waarschijnlijk wordt het gewoon Pogačar.