Toen het peloton samen vertrok bij de Grand Départ van de Tour de France 2025, was dat een symbolische herinnering aan de harde democratie van het wielrennen — iedereen begint gelijk, maar slechts één kan boven iedereen uitstijgen. Drie weken, 21 etappes, duizenden kilometers en talloze momenten van afzien later is die ene man Tadej Pogačar
Met zijn kenmerkende mix van elegantie, veerkracht en onverzettelijke kracht heeft Pogačar opnieuw bewezen dat hij niet zomaar deel uitmaakt van de koers — hij *is* de koers. “We beginnen allemaal samen,” zei hij in Parijs, “maar er is maar één kampioen.” Zijn woorden droegen de volle lading. Want hoe groot het talent in het peloton ook is — met titelverdedigers, opkomende sterren, superknechten en underdogs — uiteindelijk stond Pogačar het hoogst.

De editie van 2025 was geen plezierrit. Van verraderlijke Alpenpassen tot explosieve tijdritten en winderige vlaktes: elk onderdeel van deze Tour eiste veelzijdigheid. Verschillende renners droegen het geel, maar het leek voorbestemd om terug te keren op de schouders van de Sloveense superster.
Pogačars zege was niet alleen gestoeld op kracht, maar ook op strategie en veerkracht. Na een valpartij in etappe 10, waarbij hij gehavend en bebloed achterbleef, vroegen velen zich af of hij zou herstellen. Maar Pogačar, trouw aan zijn kampioensmentaliteit, stond op van het asfalt en lanceerde slechts twee etappes later een felle tegenaanval — hij won tijd terug, respect én het morele overwicht. Het was meer dan een comeback; het was een statement.
Zijn strijd met renners als Jonas Vingegaard, Remco Evenepoel (voor zijn ongelukkige opgave) en Carlos Rodríguez was intens en tactisch. Maar terwijl anderen flitsen van klasse toonden, was Pogačar constant. Waar anderen kraakten in de derde week, bleef hij doorgaan. Waar anderen twijfelden, viel hij aan.
Maar boven alle cijfers en overwinningen uit is het *hoe* Pogačar wint dat de fans betovert. Met een glimlach door de pijn heen, een zwaai naar het publiek, en een nederigheid die zeldzaam is bij kampioenen, is hij uitgegroeid tot het symbool van wat wielrennen zo bijzonder maakt. Hij is een klimmer, een tijdrijder, een daler, maar vooral — een vechter.
Toen de Tour in Parijs eindigde, verlichtten vuurwerk de hemel en vloeide de champagne rijkelijk. Voor velen is het uitrijden van de Tour al een heldendaad. Voor Pogačar is het opnieuw een hoofdstuk in een groeiende legende. Met vier Tour-zeges op zijn palmares op amper 26-jarige leeftijd, treedt hij toe tot het pantheon der groten — Merckx, Hinault, Indurain.
In een sport waar de grens tussen glorie en verdriet flinterdun is, loopt Tadej Pogačar die lijn als een koorddanser. “Ja, we beginnen allemaal samen aan deze reis,” herhaalde hij in zijn laatste interview, “maar er is er maar één die het geel mag dragen aan het eind. Ik heb alles gegeven — en ik ben trots dat ik het draag voor iedereen die groot durft te dromen.”