Tadej Pogacar is zonder twijfel de ster van deze lente, met overwinningen in de Ronde van Vlaanderen, Luik-Bastenaken-Luik, Strade Bianche, de UAE Tour; en als belangrijkste attractie in zowel de Milano-Sanremo als de Parijs-Roubaix. Zijn resultaten zijn letterlijk historisch (gisteren werd hij bijvoorbeeld de eerste renner in de geschiedenis die zes opeenvolgende monumenten op het podium eindigde), maar hij kan dit niet elk jaar herhalen.

Hij stond op het podium van alle vier de monumenten, en ironisch genoeg was hij de enige renner die in alle vier deelnam. Het heeft zijn tol geëist – hoewel hij fysiek gezien zo sterk was als altijd in La Doyenne. “De klassiekercampagne was zwaar. Ik ga daar niet omheen draaien. Er waren wat ups en downs, maar gelukkig gaf België ons goed weer,” zei hij in een gesprek met Wielerflits. “Dat maakte het makkelijker om hier lang te blijven. Elke race die ik reed en dichter bij Luik kwam, werd het beter voor mij. Ik ben heel blij en als team kunnen we trots zijn op wat we deze lente hebben laten zien.”
Met de overwinning in Luik heeft hij zijn negende monument gewonnen, waarmee hij Sean Kelly evenaart, die zijn eerste op 27-jarige leeftijd won, terwijl Pogacar pas 26 is. Hij zet zichzelf steeds hoger in de geschiedenisboeken. “Ik krijg die vraag vaak, maar ik ben hier niet om een boek te schrijven. Ik geniet gewoon van het racen en ben in alle bescheidenheid blij dat ik daar zo goed in ben. Ik probeer gewoon van mezelf te genieten en niet aan andere dingen te denken.” Alleen Eddy Merckx (19) en Roger de Vlaeminck (11) hebben meer monumenten dan de Sloveen.
Hoewel hij Milano-Sanremo en de Ronde van Vlaanderen niet won, de twee die nog ontbreken in zijn palmares en die hij het meeste zoekt, stond hij wel op het podium van beide en slaagde hij erin zijn beste niveau te tonen in vrijwel elke race. “Ik had nooit verwacht dat ik dat zou kunnen doen. Maar ik heb deze lente veel speciale dingen mogen ervaren. Het was de perfecte klassiekerperiode. Ik ben superblij.”
Maar het doen van hetzelfde in andere jaren hangt af van veel variabelen. Goede gezondheid, geluk, maar uiteraard de routes van de Grote Rondes. “Het hangt ervan af welke Grote Rondes je rijdt. Als je de Giro doet, is het moeilijker om een dergelijk lenteprogramma af te maken. Als ik nu naar de Giro zou gaan, zou ik na een week naar huis kunnen gaan.”
“Je kijkt altijd naar je programma in december: waar je kunt rusten, waar je op vakantie kunt gaan, zodat je jezelf niet opgebruikt. Voor mij zal het moeilijk zijn om te doen wat ik deze lente heb gedaan. Ik denk niet dat ik dit elke lente kan doen. Ik ga mezelf even resetten, waarna ik me ga voorbereiden op de zomer,” besloot hij.