Tadej Pogačar’s aanval op de Cipressa was een primeur—zelden heeft de topfavoriet zo vroeg in Milaan-San Remo zijn volle kracht ontketend. Met brute kracht probeerde hij het verschil te maken, maar de wereldkampioen was niet van zijn wiel te schudden. Bij UAE Team Emirates-XRG is het tijd voor serieuze reflectie, al was Thijs Zonneveld hen voor met zijn analyse in de In het Wiel-podcast.
Vanaf de start zat UAE Team Emirates in een lastige positie. In Milaan-San Remo zijn er maar een paar momenten waarop je het verschil kunt maken. “Ik snap dat ze een keuze moesten maken,” zei Zonneveld. “Ze moeten óf op de Cipressa aanvallen, óf op de Poggio. Echt veel andere plekken zijn er niet.” Uiteindelijk kozen ze voor een aanval op de Cipressa—de langste en, op papier, zwaarste klim van de dag. “Die logica klopt: hoe langer de klim, hoe meer het in zijn voordeel speelt.”
Maar Van der Poel kon volgen op de voorlaatste beklimming. De sportdirecteur van BEAT Cycling vindt dat de Nederlander momenteel onklopbaar is op korte beklimmingen. “Of het nu een klim van 2, 4 of 8 minuten is—vooral met een flauw stijgingspercentage—hij zit erbij,” legde Zonneveld uit. “Maar als de klim 20 minuten duurt, is Pogačar beter. Ergens zit er dus een omslagpunt waar Pogačar de overhand krijgt.”
“Zoals het nu ging op de Cipressa, moest Pogačar te vroeg gaan”
Naast de lengte zijn de beklimmingen in La Primavera simpelweg niet steil genoeg. “Ze reden gemiddeld 37,6 km/u op de Cipressa. Dat betekent dat het voordeel van in het wiel zitten enorm is,” legde Zonneveld uit. “Pogačar zou veel sterker dan Van der Poel moeten zijn om hem uit het wiel te rijden. En er is maar één manier om dat te doen: het tempo moet zo hoog zijn, zo lang, dat iedereen op de limiet zit. Dán moet Pogačar nog eens aangaan. Zoals het nu ging, moest hij te vroeg aanvallen.”
Dat is een leermoment voor UAE Team Emirates, zegt de 44-jarige oud-renner. Halverwege de Cipressa was Pogačar al geïsoleerd. “In een ideaal scenario willen ze dat Del Toro daarna nog een lange laatste beurt doet, zodat Pogačar pas na zeven minuten gaat in plaats van na vijf. Dan zou hij dichter bij het moment zitten waarop hij Van der Poel misschien echt kan lossen.”
“Een tactische stap vooruit van UAE, die ik niet had verwacht”
De macht van Van der Poel op de Poggio in voorgaande jaren was zo intimiderend dat Pogačar’s kamp met een nieuw plan moest komen. Want Van der Poel kloppen over vijf en een halve minuut? Dat zit er gewoon niet in. “Dat gaat hem simpelweg niet worden. Dus dit was ergens een wanhopige zet—een prachtige wanhopige zet—omdat ze vorig jaar zagen dat de Poggio alleen niet genoeg is. Ik denk eigenlijk dat dit een tactische stap vooruit is van UAE, een die ik niet van hen had verwacht.”
Hoewel Zonneveld de tactische denkwijze bij UAE als een pluspunt ziet, vindt hij dat Pogačar zelf tekortschiet op dat vlak. Hij vertrouwde te veel op brute kracht en miste wat tactisch vernuft. “Dat was niet zo slim van Pogačar. Hij had beter kunnen doen alsof hij ook op zijn limiet zat. Maar dat is hij gewoon niet gewend in de finales van koersen. In plaats daarvan bleef hij maar aanvallen, aanvallen, aanvallen.”
Pogačar’s roekeloosheid kost hem duur
Op de Cipressa kon Pogačar het verschil niet maken, dus ging hij samen met Van der Poel en Filippo Ganna door naar de Poggio. “En het eerste wat hij doet zodra hij ook maar een klein gaatje ziet, is weer aanvallen. Dat is prachtig en fysiek gezien volkomen logisch—hij wil er gewoon zo’n lange inspanning van maken als mogelijk. Maar dat eerste stuk van de klim is niet ideaal om aan te vallen, omdat er twee of drie scherpe haarspeldbochten zitten.”
Zijn brute kracht was niet genoeg, en uiteindelijk bleek Van der Poel’s koersinzicht te veel voor Pogi. “Daar zie je echt het verschil tussen die twee: Van der Poel is gewend om finales op allerlei manieren te rijden. Pogačar koerst meestal in zware bergetappes, waar hij bijna altijd de sterkste is en gewoon iedereen kan lossen. Hij is niet gewend om koersen—groot en klein—op andere manieren te winnen, van jongs af aan. Van der Poel heeft dat zijn hele leven gedaan, en hij is er gewoon ongelooflijk goed in.”