Mathieu van der Poel is nooit een renner geweest die zijn ambities verbergt, en nu het winterse veldritseizoen nadert, bereidt de Nederlandse superster zich opnieuw voor om te domineren. Vers uit een opnieuw glansrijk wegseizoen — waarin hij zijn ongeëvenaarde veelzijdigheid liet zien — richt Van der Poel zijn volledige aandacht weer op de modder, het zand en de kou die hem gevormd hebben tot een van de grootste veldrijders aller tijden. En dit seizoen is er één duidelijke missie: opnieuw die regenboogtrui.

Van der Poel bevestigde deze week zijn veldritprogramma, waarin een zorgvuldig samengesteld schema centraal staat dat volledig is gericht op pieken op het Wereldkampioenschap. Voor een renner die meerdere disciplines met een bijna onnatuurlijke precisie combineert, is elke deelname bewust gekozen, en deze winter vormt daarop geen uitzondering. Hij opent zijn seizoen in december, een vertrouwde late start die hem fris aan de campagne laat beginnen terwijl zijn rivalen al diep in hun winterritme zitten.
Zijn kalender draait rond een mix van Wereldbekers, enkele Superprestige-manches en een paar prestigewedstrijden waar zijn aanwezigheid alleen al de koers verandert. Hoewel hij niet voor de eindklassementen zal gaan — een offer dat hij de voorbije winters vaker bracht — wordt van elke start dezelfde explosiviteit verwacht die zijn veldritcarrière heeft gekenmerkt. Het doel is simpel: genoeg koersen om de benen te scherpen, maar niet zoveel dat er vermoeidheid optreedt richting het WK.
Voor Van der Poel heeft het WK van 2026 een bijzondere betekenis. Met **zes elite-rainbow jerseys** in zijn bezit staat hij op het punt om het alltime record bij de mannen te verbreken. Nog eens winnen zou niet alleen zijn erfenis verstevigen, maar ook een dynastie verlengen die meer dan tien jaar geleden begon toen hij als wondertalent doorbrak. Elke titel sindsdien kreeg zijn eigen verhaal — comebackzeges, tactische meesterzetten en staaltjes dominantie die zelden nog in het moderne veldrijden worden gezien.
Wat dit jaar extra interessant maakt, is de groeiende breedte van het deelnemersveld. Wout van Aert keert naar verwachting terug voor een select aantal crossen, op zoek naar zijn eigen revanche na blessureleed. Tom Pidcock, wiens explosieve stijl de laatste seizoenen tot spectaculaire duels met Van der Poel leidde, verschijnt mogelijk ook aan de start van enkele topwedstrijden. En een nieuwe generatie Belgische en Nederlandse talenten staat klaar om zich te meten met de grootste figuur van de sport.
Toch blijft het gevoel dat Van der Poel op een ander niveau staat wanneer hij zich volledig op het veldrijden richt. Zijn combinatie van technische beheersing, pure kracht en tactische rust heeft ontelbare momenten opgeleverd waarin hij schijnbaar onmogelijke situaties omzet in onvermijdelijke zeges. De vraag is niet zozeer óf hij zal winnen, maar hóé — met een lange solo, een vernietigende laatste ronde, of een gecontroleerde ontmanteling van zijn rivalen.
Naarmate het seizoen vordert en de modder opdroogt, draagt elke wedstrijd het gewicht van het naderende record. Voor Mathieu van der Poel draait deze winter niet alleen om koersen. Het gaat om geschiedenis, om nalatenschap, en om nog één regenboogtrui die boven alle andere zou uitsteken.














