Voor de meeste fans staat Wout Van Aert bekend als een krachtpatser van het moderne wielrennen — een man die het veldrijden heeft gedomineerd, de monumenten heeft verbaasd en een beslissende rol heeft gespeeld in de grootste etappekoersen ter wereld. Maar naast de weg geeft de Belgische ster toe dat er nog een andere kant aan zijn leven is die hemzelf vaak verrast: de wereld van bijgeloof en kleine rituelen die hem lijken te achtervolgen, zeker sinds hij een gezin heeft.

Van Aert is altijd al minutieus geweest in zijn voorbereiding. Elke bandendruk, elke trainingsrit, elke maaltijd voor een wedstrijd maakte deel uit van zijn zorgvuldig afgestemde routine. Maar in een recent interview bekende hij dat hij, sinds hij echtgenoot en vader werd, zichzelf in gewoontes ziet vervallen waarvan hij nooit had gedacht dat hij ze zou hebben. “Ik had nooit gedacht dat het zo bijgelovig zou worden met een gezin,” zei Van Aert met een glimlach. “Het draait niet meer alleen om mij — op de een of andere manier nemen kleine dingen thuis hun weg mee naar de fiets.”
De Belg wijst op kleine maar veelzeggende voorbeelden. Voor grote wedstrijden maakt zijn vrouw vaak hetzelfde ontbijt klaar — een eenvoudig bord havermout met honing — bijna als een ritueel. Zijn jonge zoon heeft de gewoonte om hem aan de deur een knuffel te geven met een speelgoedautootje in de hand, en Van Aert geeft toe dat hij zich soms ongemakkelijk voelt als dat afscheid niet exact op dezelfde manier verloopt. “Het klinkt misschien gek, maar in sport is je hoofd alles,” zei hij. “Wanneer de routines in mijn gezin op hun plaats vallen, voel ik me rustiger en sterker aan de startlijn.”
Het wielrennen heeft natuurlijk altijd al zijn portie bijgeloof gekend: renners die groene truien vermijden, pasta eten de avond voor de koers, of bepaalde sokken dragen. Maar Van Aert benadrukt dat zijn rituelen minder met traditioneel bijgeloof te maken hebben en meer met het vinden van balans in de chaos van de topsport. “Wanneer je zoveel reist en onder druk leeft, geeft thuis je structuur. Die structuur wordt je comfortzone, en soms verandert dat onbewust in een bijgeloof.”
Interessant genoeg gelooft Van Aert dat deze door zijn gezin geïnspireerde rituelen hem een betere renner hebben gemaakt. Hij schrijft ze toe aan het feit dat ze hem helpen met beide benen op de grond te blijven in stressvolle momenten, en dat ze hem eraan herinneren dat er meer is in het leven dan winnen of verliezen. “Wielrennen is alles voor mij, maar niet alles punt uit,” zei hij. “Wanneer ik thuiskom, ben ik gewoon Wout, niet die gast die strijdt om de groene trui in de Tour de France. Mijn zoon geeft er niks om of ik eerste of vijftiende ben geworden — hij wil gewoon spelen. Die liefde is sterker dan elk bijgeloof.”
Terwijl Van Aert vooruitkijkt naar de volgende fase van zijn carrière, waarin hij ambitie probeert te balanceren met de realiteit van het gezinsleven, weet hij dat sommige van deze rituelen zullen blijven. Of het nu gaat om een afscheidsknuffel, een gedeelde maaltijd of een stille routine op de ochtend van een wedstrijd, de Belgische superster heeft ze omarmd. “Misschien geloofde ik vroeger niet in bijgeloof,” gaf hij toe. “Maar als het me dichter bij mijn gezin brengt en me rustig houdt, dan is het misschien toch niet zo’n slecht iets.”