Met Luik-Bastenaken-Luik achter de rug is het voorjaar officieel afgesloten. Het waren een paar maanden vol spektakel, met onvergetelijke edities van Milaan–San Remo, Parijs–Roubaix en nog veel meer. Nu het stof is neergedaald, is het tijd om de balans op te maken. We kunnen uren discussiëren over wie indruk maakte en wie teleurstelde, maar er is ook een eenvoudige manier om succes te meten: volg het prijzengeld. En dat geeft een vrij duidelijk beeld van wie het voorjaar domineerde.

-Was er ooit enige twijfel over wie dit voorjaar het meeste prijzengeld bij elkaar reed bij de mannen? Tadej Pogačar domineerde de hele campagne en dat blijkt ook uit de uitbetalingen. De Sloveense superster van UAE Team Emirates – XRG brak opnieuw een record door als eerste renner de grens van zes cijfers te doorbreken.
Volgens berekeningen van Sporza verzamelde de wereldkampioen maar liefst €107.250 aan prijzengeld. Niet verwonderlijk als je beseft dat hij twee Monumenten won en nog twee keer op het podium stond. Een werkelijk ongelooflijke reeks.
-Interessant genoeg waren het niet zijn overwinningen in de Ronde van Vlaanderen of Luik–Bastenaken–Luik die het meeste opleverden. Het was zijn tweede plaats in Parijs–Roubaix die hem het grootste bedrag opleverde: €22.000, wat zelfs €2.000 meer is dan wat hij verdiende met elke Monumentzege. Daar vlak achter staat Mathieu van der Poel, die de Hel van het Noorden won en in totaal €71.000 aan prijzengeld verzamelde dit voorjaar.
-Dat is een lichte daling ten opzichte van vorig jaar, toen Van der Poel, in de regenboogtrui, zowel Parijs–Roubaix als de Ronde van Vlaanderen won. Toen haalde hij bijna €80.000 binnen. Dit keer maakt Mads Pedersen het podium compleet; de Deen verzamelde een stevige €52.100 tijdens de voorjaarscampagne. Wat de rest van de top tien betreft, ziet het er als volgt uit van vierde tot tiende plaats: Wout van Aert, Jasper Philipsen, Juan Sebastian Molano, Søren Wærenskjold, Neilson Powless, Mattias Skjelmose en Filippo Ganna.
-Er zitten een paar verrassende namen tussen. Molano, bijvoorbeeld, pakte een flink bedrag dankzij zijn overwinning in de Classic Brugge–De Panne. Die ene zege leverde hem meer prijzengeld op dan Filippo Ganna, wat opmerkelijk is als je bedenkt dat Ganna onder meer tweede werd in Milaan–San Remo, derde in de E3 Saxo Classic, achtste in de Ronde van Vlaanderen en twaalfde in Parijs–Roubaix. Belangrijk detail: de bedragen hebben alleen betrekking op de voorjaarsklassiekers. Rittenkoersen zoals Tirreno–Adriatico zijn niet in deze berekening opgenomen.
Wiebes verdient het meest bij de vrouwen
Lorena Wiebes sloot de voorjaarsklassiekers af als de best verdienende renster. De Europees kampioene verdiende €35.283 na zeges in Milaan–San Remo, Classic Brugge–De Panne en Gent–Wevelgem, en een sterke derde plaats in Parijs–Roubaix. Parijs–Roubaix-winnares Pauline Ferrand-Prévot volgt haar op de voet met €31.659 na een krachtige voorjaarscampagne.
-Zij wordt geflankeerd door twee toppers van SD Worx–Protime aan de top, met Lotte Kopecky op de derde plaats. De Belgische wereldkampioene scoorde groot met haar overwinning in de Ronde van Vlaanderen en verzamelde waardevolle resultaten zoals een vijfde plek in Luik–Bastenaken–Luik, wat haar totaal op €29.275 bracht. Elisa Longo Borghini (€25.561) en rijzende ster Puck Pieterse (€24.567) maken de top vijf compleet.