Voor Mathieu van der Poel — een renner wiens naam alleen al voor opwinding zorgt op elke startlijst — is ambitie nooit een probleem geweest. Of hij nu door een modderig veldrijparcours raast of een gedurfde solo-aanval op de kasseien lanceert, MVDP’s stijl staat altijd garant voor vuurwerk. Maar tijdens de Tour de France van dit jaar kiest de Nederlandse superster voor een andere aanpak: opoffering boven individueel eerbetoon.

“Dit jaar ga ik niet voor de groene trui,” maakte Van der Poel duidelijk voorafgaand aan de Grand Départ. Voor een renner van zijn kaliber is de groene trui — de maillot vert die de meest regelmatige sprinter kroont — altijd een verleidelijk doel geweest. Met zijn explosieve snelheid, scherpe stuurmanskunst en koersinzicht heeft hij alles in huis om mee te doen in de tussensprints en dag na dag voorin te eindigen. Maar dit keer ligt zijn focus elders — bij zijn ploeg.
In plaats van zelf punten te sprokkelen, zet Van der Poel zijn energie volledig in om zijn Alpecin-Deceuninck-ploeggenoot Kaden Groves te begeleiden en te beschermen. De jonge Australische sprinter is een van de rijzende sterren in het peloton — snel, onverschrokken en hongerig naar grote resultaten op het grootste wielertoneel ter wereld. Voor Groves is de Tour het ultieme podium om zich te meten met de beste sprinters ter wereld — en hij heeft met Van der Poel een meesterlijke lead-out in zijn dienst.
“Het is simpel,” zegt Van der Poel. “Kaden is onze man voor de sprints. Ik zal er zijn om hem in de best mogelijke positie af te zetten. Als hij wint, winnen we allemaal.” Die mentaliteit — jezelf wegcijferen voor het grotere geheel — is wat een groep renners verandert in een echt team. Het betekent dat je persoonlijke kansen laat schieten als het grotere doel daarom vraagt.
Fans hoeven niet te denken dat Van der Poel daardoor onzichtbaar zal zijn. Integendeel. Verwacht hem aan kop van het peloton, waar hij de Alpecin-Deceuninck-trein door chaotische finales loodst, gaten slaat in de wind en Groves uit de wind houdt tot de laatste 200 meter. En als het parcours heuvelachtig wordt, waar de pure sprinters het moeilijk krijgen, wees dan niet verbaasd als Van der Poel zelf toeslaat — jagend op een ritzege, zolang het de ploegstrategie niet in de weg zit.
Deze kant van Van der Poel laat zien dat wielrennen niet alleen draait om individueel talent, maar ook om vertrouwen en loyaliteit. Zijn keuze weerspiegelt volwassenheid en geloof in het potentieel van zijn ploeggenoot. Het toont ook een duidelijke strategie van Alpecin-Deceuninck: ze willen de groene trui, maar op de schouders van Groves, met Van der Poel als de motor erachter.
Naarmate de Tour vordert, kun je vuurwerk verwachten — misschien niet voor zijn eigen groene ambities, maar voor iets groters dan één enkele trui. En uiteindelijk kan juist die onbaatzuchtige inzet ervoor zorgen dat Alpecin-Deceuninck in Parijs in het groen eindigt, en Van der Poel’s naam — opnieuw — in de Tourgeschiedenis wordt gegrift, niet alleen als superster, maar als de ultieme teamplayer.